Tweeluik Diep gezonken (deel 2)
De eerste twee coupletten van onderstaand gedicht horen bij deel 1 van het tweeluik. De laatste twee coupletten horen bij deel 2.
Mijn vader, hoge golven
hebben mijn ziel bedolven.
Ik smeek u, hoor naar mij:
Laat mij toch niet verdrinken,
niet dodelijk diep zinken,
ga met uw stormen mij voorbij!
Als ik straks word geslagen
en wel de straf moet dragen,
buig ik voor wat u wilt.
Door aan het kruis te bloeden
breng ik uw zee van woede
tot rust, ze wordt voorgoed gestild.
“Heel diep ben je gezonken,
maar je bent niet verdronken:
je overwon, mijn zoon!
De dood heb je verslagen.
Voor eeuwig mag je dragen
geen doornen- maar een koningskroon.
Voor wie naar jou wil komen
zal levend water stromen.
Er spuit uit de fontein
een bron van zegeningen
voor arme drenkelingen -
het kruishout zal hun baken zijn!”
(Jan Pieter Kuyper)